Werkwijze:

Halveer de ribbenlatten en kruid ze met peper en zout. Leg ze in een grote, platte kookpot. Schil de ui en de wortel en snijd ze in grove stukken. Voeg ze toe samen met de gehalveerde limoen, look, oestersaus en sinaasappelsap. Voeg cola toe tot alle ribben onder staan. Breng aan de kook en laat 30 minuten garen. Neem van het vuur en laat nog 30 minuten trekken in het kookvocht.

Haal de ribben eruit en laat het vocht nu inkoken tot je maar een kwart ervan overhoudt en het siroop is geworden. Leg de ribben op een bakplaat en smeer ze in met de siroop. Plaats ze in de oven op 200°C en smeer na 10 minuten nog eens in met de siroop. Laat ze nu nog 5 minuten verder garen tot ze bruin en plakkerig worden.

Meng de resterende siroop met tomatenketchup om als saus te gebruiken. Snijd de witlof in fijne reepjes en meng met de mayonaise. Kruid met peper en zout. Maak fijne frietjes van de aardappelen en bestrooi ze net voor het serveren met de rozemarijn.