Werkwijze:

Verhit de helft van de boter in de pan. Bak de koteletten goudbruin en haal ze uit de pan. Snijd de uien grof en bak ze aan met de andere helft van de boter. Zodra ze mooi gekleurd zijn, strooi je de bloem over de uien. Laat ze even drogen om de bloemsmaak eruit te krijgen en blus ze dan met de Leffe en de bouillon. Voeg tijm en laurier toe en leg de koteletten terug in de pan. Besmeer de peperkoek met de mosterd en leg de sneetjes in de pan. Zet het deksel erop en laat het vlees op een heel klein vuur een uurtje pruttelen tot de kotelet mals is. Snijd de aardappelen in frietjes en pocheer ze 4 minuten op 140°. Bak ze daarna af op 180° tot ze perfect goudbruin en krokant zijn. Snijd de mix van tomaten in grove stukken, kruid ze met olijfolie en flink wat peper en zout. Meng de mayonaise met de fijngesnipperde sjalotten en kruid ze af met peper van de molen. Serveer de kotelet, overgoten met de saus. Schep er wat van de frietjes bij met sjalotmayonaise en werk het af met de tomatensalade.