Kruid de koteletten met peper en zout, wentel ze door de bloem en schud er de overtollige bloem af. Smelt wat boter in de braadpan en kleur de koteletten langs beide kanten goudbruin. Zet het vuur zachter, voeg de gesneden uien bij het vlees en kleur ze goudbruin. Blus het geheel met het bier, laat dit 2 minuten doorkoken en giet er dan de bouillon bij. Zet het deksel op de pan en laat alles nog 15 minuutjes rustig pruttelen.
Maak intussen puree van de aardappelen.
Haal het vlees uit de pan, los wat maïzena op in water en meng dit geleidelijk door de jus tot je de juiste sausdikte hebt. Laat de saus even koken en haal de pan van het vuur.
Leg het vlees er terug in, schep de saus erover en laat dit 5 minuutjes rusten. Smelt wat boter in een pan en stoof hierin de lente-ui en de erwtjes beetgaar. Schik wat puree op het bord, leg er het vlees op en overgiet met de saus. Werk het bord rondom af met wat erwtjes en de lente-ui.